Lieve vreemde
In februari 2020 publiceerde Flow Magazine een artikel over mijn schrijfproject ‘Lieve vreemde’. ‘Lieve vreemde’ is een reeks brieven die ik aan bijzondere voorbijgangers schreef. Wat begon als een simpele oefening in opmerkzaamheid, mondde al snel uit in een serie over de fascinerende figuren die je pas ziet als je goed kijkt. Van een oude man in een Speedo tot een zakkenroller. Van een vrouw die bier drinkt in haar badjas tot een jongen die zijn hond uitlaat in een konijnenpak. Hieronder volgen enkele voorbeelden van de brieven.
Lieve mevrouw die bier dronk in haar badjas
Ik moest even twee keer kijken toen ik uw raam passeerde. Zag ik echt…? Ja, ik zag u echt voor het raam zitten in uw pyjama en badjas. Een Leffe biertje drinkend. Om half tien ’s ochtends. U leek zich niet eens betrapt te voelen door deze voorbijlopende vreemde, die u uit haar ooghoeken zag zitten en het niet kon laten om te gluren.
Uw aanblik strookte met het beeld dat ik van België had. Dat land vol bruine kroegen met nog bruiner bier. Waar de zwaarmoedigheid uit de laaghangende wolken sijpelt en de geur van frituurvet altijd lonkt, als treurig hapje verlichting tegen al die dingen die een mens zwaar op de maag liggen. Daar, in dat donkere België, lijkt u ook te leven.
U bent niet de eerste persoon bij wie ik dat gevoel heb. Ik zie het donkere België ook wanneer roodneuzige mannen op straat de bruis uit hun supermarktpils zuigen, de verfrommelde lege blikjes op de 19e eeuwse facades neerzetten en mopperend wegzwalken. Of wanneer moe-ogende vrouwen hun zware borsten over de Parijse balkonleuning hangen, de gloei uit hun peuk trekken en hun vuilniszak zonder kijken naar beneden flikkeren.
Lieve mevrouw, het verbaast me hoe wij tweëen op precies dezelfde en tegelijkertijd zo’n wezenlijk andere plek kunnen wonen. Hoe uw België zo donker oogt, terwijl het mijne zo licht is. Hoe oneerlijk het is dat u daar achter die gordijnen zit, terwijl ik me loop te vergapen aan deze heerlijk excentrieke stad, die net zo non-conformistisch is als haar plassende standbeelden.
Ik las ooit dat het hart een muziekinstrument is en dat je, om het écht mooi te bespelen, zowel de hoge als de lage tonen moet toelaten. Ik hoorde vandaag uw lage tonen, lieve mevrouw, en hopelijk kreeg u toch nog iets mee van mijn hogere variant. Misschien zijn we zo als stad een soort symfonie; een continue herschikking en samensmelting van talloze tonen, die in hun eentje zo intens klinken, maar samen zo mooi kunnen zijn.
Lieve smoezelige professor
Het verbaast me niets dat u juist hier bent gaan zitten; op een door vogels volgekakt bankje, starend naar het troebele vijverwater, waarin een verloederend fonteinbeeld een cirkeltje wit schuim sproeit. Het is alsof u zichzelf onbewust herkent in deze mistroostige plek. Zo voelt u zelf ook een beetje aan. Alsof het leven ook bij u een dikke laag groene drab heeft achtergelaten op iets wat ooit kraakhelder was.
Uw chique leren schoenen en corduroy colbert schreeuwen Oxford professor, maar uw samengeklitte haar en smoezelige baard zijn meer van het dakloze kaliber. De duiven die om u heen zwerven helpen niet echt mee.
Ik kijk u aan, maar u heeft het niet door. Ik stel me zo voor dat mensen altijd drie keer uw naam moeten roepen voordat u met tegenzin terugkeert uit uw gedachten. U lijkt me een man die zich het meest behaaglijk voelt in zijn eigen bovenkamer en wiens huis voornamelijk dient om vergeelde boeken droog te houden.
In uw armen houdt u een dikke stapel papieren, stevig bijeengebonden met touwen. Het pakket zit zo hartstochtig tegen uw borst geplakt dat het me doet denken aan de laatste omhelzing van twee geliefden voor wie het niet zo had mogen zijn.
Misschien zijn deze duizenden kreukelige velletjes het manuscript dat jarenlang in het holst van de nacht uit uw pen droop. Een boekwerk aan gedachten die u verwoordde, verfijnde en nog eens overpeinsde, totdat de asbak vol was en het glas Jack Daniels leeg. Een ritueel waarvan alleen uw nukkige kat afwist en dat nu, in vleesgeworden vorm, zo verdomd intiem voelt dat u zichzelf er nog niet van wil scheiden.
Of lees ik uw omhelzing verkeerd? Misschien is dit het proefschrift van uw vrouw dat u al die tijd bewaard heeft. Wie weet lukte het, naarmate de jaren na haar overlijden verstreken, om steeds meer van haar los te laten, maar kon u zichzelf nooit losweken van deze velletjes, die u altijd weer herinneren aan het jonge geluk van jullie ontmoeting als PhD-studenten. Het enige tastbare, waarin u haar briljante stem nog steeds hoort, haar parfum nog steeds ruikt. Misschien neemt u het mee op de dagen dat u haar het meeste mist.
Lieve meneer, ik zou willen dat ik niet langs u was gelopen, maar naast u op dat vieze bankje was gaan zitten. Dat ik u voorzichtig had gevraagd wat die stapel papieren was. Misschien had dat uw ogen doen oplichten en had u me dan vol overgave verteld over het belang van al die zorgvuldig gekozen woorden. Misschien hadden we daarna samen naar het water gestaard, ons allebei stilletjes beseffend hoe mooi deze verweerde fontein eigenlijk is.
Lieve oude man die langsfietste in een speedo
Ik moet bekennen; u heeft ballen. Dwars door Amsterdam fietsen in niks anders dan een rimpelvel en een strakke, knalgele zwembroek is niet voor iedereen weggelegd.
Ik vraag me af waar deze fietstocht eindigt. Bent u van plan te gaan zwemmen in het IJ? Uw dagelijkse uurtje beweging, in weer en wind? U lijkt me eigenlijk wel van die dikke-huid-generatie die in den Nederlandsche vrieskou is opgegroeid en nu niet langer zeikt over een briesje. Of was het een inschattingsfout? Zit u zichzelf nu rillend te vervloeken dat u dit weke lentezonnetje toch iets te enthousiast hebt opgevat als het startsein van Speedo-seizoen?
U lijkt me een sportief typje, zo voorbijzoevend op uw racefiets met uw nog redelijk fitte - ik schat zo’n zeventigjarige - lijf. Hopelijk geeft uw vrouw u daar na al die jaren nog steeds complimentjes over. Gaat zij trouwens ook weleens mee? In haar zwempak op de snorfiets?
Misschien bent u nooit getrouwd geweest. Altijd een vrijgevochten avonturier gebleven die ging waar de wind hem bracht. U doet dan vast menig vrouwelijk seniorenhart op hol slaan in het plaatselijke buurtcentrum. Hannie, Rita en Connie strijden waarschijnlijk al jaren om uw hart, maar u heeft dat niet eens door. Veel te druk met fietsen en zwemmen.
Of bent u soms weduwnaar? Was u altijd een gezapig typje dat in een wollen coltrui kruiswoordpuzzels zat te maken, maar heeft het plotselinge verlies van uw vrouw u doen inzien dat het leven te kort is om niet volop te genieten van elke dag? Dacht u vlak voordat u met kippenvel op uw fiets stapte: “F*%k it, Francien zou trots zijn!”?
Lieve meneer, wat uw verhaal ook is, u bent mijn held. U bent een fietsend billboard voor het je-lekker-helemaal-niks-aantrekken-van-wat-mensen-van-je-vinden. Ik kan nog veel van u leren. Ik hoop dat ik op uw leeftijd ook eindelijk op dat punt ben waarop ik zonder gêne mijn blote dijen over mijn zadel hijs en met wapperend flubbervel door Amsterdam fiets in een fluoriserend badpak. Hoe dan ook, ik hoop dat u lekker heeft gezwommen vandaag. En mocht het toch een beetje koud zijn geweest, dan kunt u zich troosten met de gedachte dat uw verschijning vandaag menig voorbijganger, inclusief deze, heeft doen glimlachen.